Caroline Wiebenga
071 36 18 181
06 34 203 503
wiebenga@debeelddenker.nl

dinsdag, 26 september 2017

Delen :

Zijn dove mensen altijd beelddenkers?

Doof geboren mensen moeten alles leren door te kijken, te voelen of te ervaren. Zij moeten kijken naar gebarentaal, naar voorbeelden en dergelijke. Zij worden bij het leren niet ondersteund door geluiden of gesproken taal zoals mensen die niet doof zijn. Zijn dove mensen dan, omdat zij zo afhankelijk zijn van wat ze zien, altijd beelddenkers? Dit artikel gaat in op de vraag of dove mensen altijd beelddenkers zijn.

Beelddenken en taaldenken: visuele en verbale leerstijl

Beelddenken is een leerstijl, waarbij de voorkeur uitgaat naar het gebruik van visueel-ruimtelijke strategieën om informatie tot zich te nemen, te verwerken, op te slaan en terug te halen (1). Beelddenken is een algemene houding waarmee de wereld tegemoet getreden wordt en problemen opgelost worden.

Paivio is de eerste wetenschapper die het onderscheid heeft gemaakt tussen visuele en verbale processen met zijn ‘Dual Coding Theory’ (2). Zijn theorie komt er in het kort op neer dat de meest effectieve manier om lesstof te onthouden is door deze zowel in beelden als in woorden in het hoofd op te slaan.

Zijn dove mensen altijd beelddenkers?

Dove mensen worden vaak gelabeld als beelddenkers (3). Is dit echter terecht? Conlin heeft samen met Paivio onderzocht of dove mensen inderdaad een voorkeur hebben voor de visuele leerstijl. Zij zijn tot de conclusie gekomen dat niet-dove leerlingen beter waren in het onthouden van woorden dan dove leerlingen. Bovendien worden woorden die een makkelijke voorstelling hebben, zoals ‘boom’ en ‘hond’, door beide groepen makkelijker onthouden, dan woorden met een lastige voorstelling, zoals ‘bewering’ en ‘abstract’. Ten slotte worden woorden die makkelijk in gebarentaal te maken zijn makkelijker onthouden door dove leerlingen maar niet door niet-dove leerlingen (4).

Onderzoek van Marschark en zijn collega’s heeft uitgewezen dat niet-dove leerlingen, in tegenstelling tot de verwachting, betere visueel-ruimtelijke vaardigheden bezitten dan dove leerlingen. Een andere conclusie uit dit onderzoek is dat dove leerlingen niet altijd beelddenkers zijn en dat hun visueel ruimtelijke vaardigheid meer te maken heeft met hun doofheid dan met gebarentaal (3).

Willis en zijn collega’s hebben een kleinschalig onderzoek gedaan waarbij ze dove leerlingen die problemen hadden met het leren van taal vergeleken met niet-dove leerlingen. Uit dit onderzoek is gebleken dat de dove leerlingen een slechter verbaal geheugen hadden en een sterker visueel geheugen dan de niet-dove leerlingen. Hieruit blijkt dat dove leerlingen die moeite hebben om taal te leren een slechte verbaal geheugen hebben (5).

Lopez-Crespo en haar collega’s hebben het visuele geheugen getest van dove leerlingen die gesproken taal, gebarentaal, of gesproken en gebarentaal gebruikten en van niet-dove leerlingen. De dove leerlingen die gesproken of gebarentaal gebruikten presteerden slechter dan de dove leerlingen die gesproken taal en gebarentaal gebruikten en de niet-dove leerlingen (6).

Tenslotte is Door Marschark en zijn collega’s in 2015 een aantal onderzoeken gepubliceerd waaruit gebleken is dat dove mensen niet sterker waren op visueel-ruimtelijk gebied dan niet-dove mensen. De kracht (of zwakte) op visueel-ruimtelijk gebied bij dove mensen heeft meer te maken met de hoe goed zij zijn in hun vaardigheid in hun voorkeurs-taal. Zij hebben geen onderbouwing kunnen vinden voor de aanname dat dove mensen beter zijn dan horende mensen op visueel-ruimtelijk gebied (7). Bovendien is het leren van een tal via gebarentaal, net als via lezen, een verbale vaardigheid (3). Tenslotte heeft onderzoek aangetoond dat leerlingen op de middelbare school niet meer leren van gebarentaal dan van geschreven tekst (8).

Conclusie

Dove leerlingen krijgen vaak het label beelddenker opgeplakt, terwijl dit niet terecht is. Dove leerlingen zijn niet sterker op visueel-ruimtelijk gebied dan niet-dove leerlingen. Uit een aantal wetenschappelijke onderzoeken is gebleken dat doofheid en een voorkeur voor een leerstijl, beelddenken of taaldenken, los van elkaar staan.

 

Referenties: klik hier als je wilt weten op welke wetenschappelijke artikelen dit artikel is gebaseerd